Instrumenten
Hobo
De hobo en de althobo (Engelse hoorn) worden tot de houtblazers gerekend. Vroeger werd de basis van de hobo van hout gemaakt, maar tegenwoordig wordt ook kunststof gebruikt.
De hobo wordt met een dubbelriet aangeblazen. Het dubbelriet wordt gevormd door twee licht gebogen rietbladen, die met garen rond een metalen stiftje worden bijeengebonden. Het wordt direct tussen de lippen genomen en door het aanblazen komen beide rietbladen in trilling. Zo ontstaat er een geluidsgolf. Hoewel de hobo net als de fagot gebruikmaakt van een dubbelriet, is het instrument historisch gezien geen familielid van de fagot, wel van de schalmei en van de pommer.
De hobo bestaat uit een conisch geboorde buis met een licht trechtervormig uiteinde. Langs de buis bevinden zich diverse gaten en verzilverde kleppen. De eerste hobo's hadden deze kleppen nog niet; pas in de 19e eeuw kreeg de hobo het uiterlijk dat hij nu heeft. Iemand die een hobo bespeelt, wordt een hoboïst genoemd. Het riet wordt doorgaans door de hoboïst zelf vervaardigd, en naar persoonlijke smaak gesneden, opgebonden, aangepast en gevormd.
De manier van aanblazen is van invloed op de klank en de geluidssterkte. Voor het voortbrengen van een kwalitatief goede toon is een ver ontwikkelde embouchurevereist.
De klank van de hobo is nasaal en draagt zeer ver. Vanwege zijn relatief stabiele en indringende toon wordt de hobo gebruikt om de toon te blazen (meestal een a, soms een bes of een andere noot) waarop de andere instrumenten in een symfonieorkest of harmonieorkest hun stemming aanpassen (afstemmen).
Hobo:
Onderhoud
Elke keer na het bespelen moet het instrument schoongemaakt worden om vocht te verwijderen. Dit kan men doen met een veer of een wisser. Indien men dit niet doet, zou het hout na verloop van tijd kunnen barsten.
Ook het mechaniek moet regelmatig gesmeerd worden met zuurvrije olie, net zoals het kurk van riet en onderdelen. Als extra kan het mechaniek ook gepoetst worden met een zilverpoetsdoek. Dit wordt ook gedaan voor het uiterlijk. Wanneer er onder het spelen water in een van de kleppen komt, kan dit verwijderd worden met een vloeitje, anders kunnen sommige tonen niet goed of helemaal niet klinken.
Varianten
Variaties op de hobo zijn de althobo, ook bekend als de Engelse hoorn, de liefdeshobo (oboe d'amore), de jachthobo (oboe da caccia) en de musette (piccolo-) hobo. De oboe d'amore is een soort kruising tussen de gewone hobo en de althobo. De oboe da caccia is waarschijnlijk de voorloper van de althobo.
De baritonhobo werd in 1904 gebouwd door de fagotbouwer W. Heckel en wordt ook wel heckelfoon genoemd. Deze klinkt een octaaf lager dan de hobo. De klank neigt naar de fagot of deBaritonsaxofoon. Paul Hindemith schreef in 1929 een trio voor altviool, Heckelfoon en piano, op. 47.
Uit Catalonië stamt de tenora, ook wel tenorhobo genoemd.
Bron: Wikipedia